WALKWARTIER OSS

Levendige sfeer

In 2006 werd de V&D bestempeld als ‘het lelijkste gebouw van Oss’. In 2007 doken de eerste bescheiden schetsen al op voor de herbestemming van het pand. En in 2008 werd de nodige ambitie aan de plannen toegevoegd. Want iedereen was het ermee eens: hier moest niet zomaar een nieuw warenhuis komen. In de jaren daarna volgde het ene na het andere centrumplan, maar steeds struikelden de ideeën voor de finish. Tot begin 2020: toen stemde de gemeenteraad unaniem in het huidige plan van het Walkwartier dat wij in opdracht Van Wanrooij Projectontwikkeling en in samenspraak met de Gemeente Oss realiseren.

Project

Walkwartier Oss

Locatie

Centrum Oss

Opdrachtgever

Van Wanrooij Ontwikkeling

Architect

DOK architecten

Rijker centrum

Het Walkwartier maakt het stadshart stukken rijker. Er zijn 131 appartementen gebouwd, en is er ruimte voor winkels en horeca. In het Warenhuis kun je straks terecht voor een lezing in de Bibliotheek, exposities van K26 of het hightech ontdeklab van STOOOM. Dit is nog maar een kleine greep uit de culturele en educatieve activiteiten die hier georganiseerd kunnen worden.

Ook om het Warenhuis heen is volop leven. Denk maar aan het rondje cultuur vanaf het station langs het Museum Jan Cunen, de Groene Engel en theater De Lievekamp. Én er worden plannen gemaakt voor een levendig stadssportpark bij de sportvelden van het Titus Brandsmalyceum. Eén ding verdwijnt: dat is parkeerterrein de Wal. Onder de nieuwbouw bevindt zich een parkeerkelder waar plek is voor ruim 140 auto’s van de bewoners van de appartementen.

Ambitieus ontwerp

Onder het ontwerp van het Walkwartier staat de handtekening van Dok architecten. Dit is een vooraanstaand Amsterdams bureau, mede opgericht door Rijksbouwmeester Liesbeth van der Pol. Het resultaat van Dok’s werk: een ambitieus plan met verschillende gezichten, een onmiskenbare link naar het verleden én een hoge, maar subtiele woontoren. Dok architecten heeft onder andere het geknikte stratenpatroon van Oss doorgezet in het plan. Door dit ‘knikken en knakken’ is er elke vijf, zes meter wat te zien of te beleven. Ook de rijke details op ooghoogte dragen daar zeker aan bij. Bovendien ontstaan er door het knikken en knakken prettige verblijfsplekken. Wat hoger in het bouwwerk zijn de vier ‘koppen’ van het gebouw op een bijzondere architectonische manier vormgegeven.